emigratiestroom
- emi·gra·tie·stroom
- samenstelling van emigratie zn en stroom zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | emigratiestroom | emigratiestromen |
verkleinwoord | emigratiestroompje | emigratiestroompjes |
- de groep mensen die het land verlaten om in een andere land te gaan wonen
- ▸ Het is de oudste Nederlands-Amerikaanse nederzetting van de emigratiestroom van de negentiende eeuw.[1]
- Het woord 'emigratiestroom' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Jan Theodoor Maria Bank; Marita Theodora Catharina Mathijsen“Nederland in de negentiende eeuw” (2006), Bakker, ISBN 9035129504