embryotransplantatie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • em·bryo·trans·plan·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord embryotransplantatie embryotransplantaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de embryotransplantatiev

  1. bevruchting van een eicel buiten het lichaam waarna het embryo teruggeplaatst wordt in de baarmoeder van een andere vrouw dan die de eicel heeft geleverd
     Wensouders zouden juist iets strenger geselecteerd kunnen worden, zeggen de artsen. Zo moeten ouders die nog nooit eerder in Nederland zijn behandeld en nog geen eigen kind hebben, voorrang krijgen. Vrouwen bij wie meerdere keren een embryotransplantatie is mislukt zouden af moeten vallen. Ook stellen de artsen voor eicellen onder wensouders te verloten.[1]
  2. (paardrijden) het verplaatsen van een embryo uit de ene merrie om het daarna in een andere merrie te brengen


Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Minister De Jonge: minder strenge eisen aan eiceldonoren vanwege tekort” (Dinsdag 25 september 2018, 19:02), NOS