En ekorn.
Een eekhorn.
  • ekorn
  • Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord íkorni
Naar frequentie 8042
m enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   ekorn     ekornen     ekorner     ekornene  
genitief   ekorns     ekornens     ekorners     ekornenes  
o enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   ekorn     ekornet     ekorn
ekorner  
  ekorna
ekornene  
genitief   ekorns     ekornets     ekorns
ekorners  
  ekornas
ekornenes  

ekorn, m / o

  1. (knaagdieren) eekhoorn, Sciurus vulgaris  
    «Etter et år er ekornet kjønnsmodent.»
    Na een jaar is het eekhoorn geslachtsrijp.
  • Zie de Noorse Wikipedia: Ekorn voor meer informatie.

ekorn, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van ekorn (onzijdige verbuiging)
  • ekorner (mannelijke en onzijdige verbuiging)


  • ekorn
  • Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord íkorni
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   ekorn     ekornet     ekorn     ekorna  

ekorn, o

  1. (knaagdieren) eekhoorn, Sciurus vulgaris  
  • Zie de Nynorske Wikipedia: Ekorn voor meer informatie.

ekorn, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van ekorn