Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ei·ken·ge·bla·der·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eikengebladerte -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het eikengebladerteo

  1. de bladeren van een of meer eikenbomen
    • De wielewaal verschool zich in het eikengebladerte. 

Gangbaarheid