eets chajiem

1 de levensboom in het paradijs

2 stok waaromheen een boekrol met de Tora opgerold wordt

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  eets chajiem    (hulp, bestand)
• IPA: /ets xaˈjim/

Woordafbreking

• eets cha·jiem

Woordherkomst en -opbouw

• Hebreeuws עץ חיים, van עץ (eets) "boom" en חיים (chajiem) "leven"

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	eets chajiem	atsee chajiem
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de eets chajiem v / m

1. (Jiddisch-Hebreeuws) de levensboom (in het paradijs)
2. (Jiddisch-Hebreeuws) stok waaromheen een boekrol met de Tora opgerold wordt

Gangbaarheid

• Het woord 'eets chajiem' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.