• eer·ge·voel
enkelvoud meervoud
naamwoord eergevoel
verkleinwoord

het eergevoelo

  1. het autonome gevoel van wat je moreel verplicht bent om te doen en te laten
    • Volgens zijn eergevoel kon hij zijn vriendin niet verlaten nu ze het zo moeilijk had. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]