eenhonderdvijftig
Nederlands
0 | 1 | 5 | 0 |
eenhonderdvijftig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: eenhonderdvijftig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌenhɔndərtˈfɛiftəx / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- een·hon·derd·vijf·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eenhonderd ht en vijftig ht
Hoofdtelwoord
eenhonderdvijftig
- "150", langere vorm van honderdvijftig, honderd plus vijftig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderdvijftig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdvijftig.
- om een hoeveelheid aan te geven
Synoniemen
- honderdvijftig (deze kortere vorm is de gangbare vorm)
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdvijftig" ht als linkerdeel
Gangbaarheid
- Het woord 'eenhonderdvijftig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.