eenhonderdnegenennegentig

       
0 1 9 9
eenhonderdnegenennegentig,
op een abacus
  • een·hon·derd·ne·gen·en·ne·gen·tig

eenhonderdnegenennegentig

  1. "199", langere vorm van honderdnegenennegentig, honderd plus negenennegentig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft eenhonderdnegenennegentig euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdnegenennegentig. 

rangtelwoord

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdnegenennegentig" ht als linkerdeel