eenhonderdenzesentachtig
0 | 1 | 8 | 6 |
eenhonderdenzesentachtig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: eenhonderdenzesentachtig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌenhɔndərtɛnˈzɛsənˌtɑxtəx / (8 lettergrepen)
- een·hon·derd·en·zes·en·tach·tig
- samenstelling van eenhonderd ht en zesentachtig ht
eenhonderdenzesentachtig
- "186", langere vorm van honderdzesentachtig, honderd plus zesentachtig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderdenzesentachtig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdenzesentachtig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- honderdzesentachtig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, "eenhonderdenzesentachtig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdenzesentachtig" ht als linkerdeel
- Het woord 'eenhonderdenzesentachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)