eenhonderddrieëntwintig
0 | 1 | 2 | 3 |
eenhonderddrieëntwintig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: eenhonderddrieëntwintig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌenhɔndərˈdrijənˌtwɪntəx / (7 lettergrepen)
- een·hon·derd·drieën·twin·tig, een·hon·derd·drie·en·twin·tig
- samenstelling van eenhonderd ht en drieëntwintig ht
eenhonderddrieëntwintig
- "123", langere vorm van honderddrieëntwintig, honderd plus drieëntwintig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderddrieëntwintig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderddrieëntwintig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- honderddrieëntwintig (deze kortere vorm is de gangbare vorm)
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderddrieëntwintig" ht als linkerdeel
- Het woord 'eenhonderddrieëntwintig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.