eenhonderddertien

       
0 1 1 3
eenhonderddertien,
op een abacus
  • een·hon·derd·der·tien

eenhonderddertien

  1. "113", langere vorm van honderddertien, honderd plus dertien (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft eenhonderddertien euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderddertien. 

rangtelwoord

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderddertien" ht als linkerdeel