eenhonderdachtenzeventig

       
0 1 7 8
eenhonderdachtenzeventig,
op een abacus
  • een·hon·derd·acht·en·ze·ven·tig

eenhonderdachtenzeventig

  1. "178", langere vorm van honderdachtenzeventig, honderd plus achtenzeventig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft eenhonderdachtenzeventig euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdachtenzeventig. 

rangtelwoord

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdachtenzeventig" ht als linkerdeel