eenhonderdachtenzestig
Nederlands
0 | 1 | 6 | 8 |
eenhonderdachtenzestig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: eenhonderdachtenzestig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌenhɔndərtˈɑxtənˌsɛstəx / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- een·hon·derd·acht·en·zes·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eenhonderd ht en achtenzestig ht
Hoofdtelwoord
eenhonderdachtenzestig
- "168", langere vorm van honderdachtenzestig, honderd plus achtenzestig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderdachtenzestig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdachtenzestig.
- om een hoeveelheid aan te geven
Synoniemen
- honderdachtenzestig (deze kortere vorm is de gangbare vorm)
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdachtenzestig" ht als linkerdeel
Gangbaarheid
- Het woord 'eenhonderdachtenzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.