eenentwintigjarig
- Geluid: eenentwintigjarig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈenənˌtwɪntəxˌjarəx / (6 lettergrepen)
- een·en·twin·tig·ja·rig
- samenstellende afleiding van eenentwintig ht en jaar zn met het achtervoegsel -ig
stellend | |
---|---|
onverbogen | eenentwintigjarig |
verbogen | eenentwintigjarige |
partitief | eenentwintigjarigs |
eenentwintigjarig
- 21 jaren durend
- Gedurende dit eenentwintigjarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 21 jaar
- Bij de brand viel helaas een eenentwintigjarig slachtoffer.
- Het woord eenentwintigjarig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.