eczema
- ec·ze·ma
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eczema | eczema's |
verkleinwoord | - | - |
het eczema o
- (medisch) jeukende ontsteking van de huid
- Hij had toen al zeer veel eczema en droeg altijd handschoenen om dat te verbergen. [2]
- eczeem (meer gangbare uitspraakvariant)
- dermatitis
- Het woord eczema staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eczema" herkend door:
31 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ eczema op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Sutter, J. deinterview in:Florquin, J.Ten huize van... 15. (1979) Davidsfonds, Leuven; p. 234; geraadpleegd 2019-01-09
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- ec·ze·ma
enkelvoud | meervoud |
---|---|
eczema | eczemas |
eczema m
- eczema in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española