• dyu·gu·dyu·gu
  • uit het Sranantongo
enkelvoud meervoud
naamwoord dyugudyugu dyugudyugu's
verkleinwoord

de dyugudyuguv / m

  1. gedoe, onrust, reuring, drukte
     "Het was rond drie uur in de middag. We hoorden vanuit beide richtingen geweervuur. We hadden geen idee wat er aan de hand was. We woonden hier rustig, zonder dyugudyugu (gedoe), dus we vreesden niets. Maar de militairen van het Nationaal Leger kwamen schietend het dorp binnen."[1]
  1.   Weblink bron “Moiwana: het vergeten bloedbad in het Surinaamse binnenland” (29-11-2016), NOS