Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dwang·op·na·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dwangopname dwangopnamen
dwangopnames
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dwangopnamev / m

  1. (medisch) verplichte opname in een instelling tegen de wil van de patiënt in
     Als iemand met psychische problemen een gevaar is voor zichzelf of anderen, dan was tot nu toe een dwangopname in een instelling de enige manier om hen te helpen. Maar met de ingang van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg wordt dat anders.[1]
     De toename staat haaks op plannen van de overheid om dwangopname juist terug te dringen.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Dienstplicht voor vrouwen en meer loon: dit verandert in 2020” (Dinsdag 31 december 2019, 06:17), NOS
  2.   Weblink bron “Aantal dwangopnamen bijna verdubbeld” (Maandag 29 augustus 2016, 11:38), NOS