Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dump·su·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dumpsuper dumpsupers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dumpsuperm

  1. supermarkt waar tegen zeer gereduceerde prijzen restpartijen worden verkocht
     Weer een dumpsuper: Gekke Gerrit[1]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Weer een dumpsuper: Gekke Gerrit” (Vrijdag 12 september 2014, 07:40), NOS