dukaton
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- du·ka·ton
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dukaton | dukatons |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de dukaton m
- (numismatiek) zilveren munt met een waarde van 63 stuivers uit de 16de tot 18de eeuw
- ▸ Tijdens de veiling werden ook Nederlandse munten geveild, waaronder een halve dukaton uit 1774. Die leverde 30.000 euro op. Een Wilhelmina-oorlogsdubbeltje, geslagen in Denver in 1944, werd voor 15.600 euro verkocht.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'dukaton' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dukaton" herkend door:
21 % | van de Nederlanders; |
14 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ dukaton op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Munt van 4 dollar levert 95.000 euro op” (04-11-2011), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be