• duin·wa·ter·lei·ding
enkelvoud meervoud
naamwoord duinwaterleiding duinwaterleidingen
verkleinwoord

de duinwaterleidingv [1]

  1. drinkwatervoorziening waarbij water in de duinen wordt gezuiverd en via waterleidingen naar een stad wordt getransporteerd
     Van ambachtelijke onderneming naar gemeentelijk bedrijf De grote voordelen van de nieuwe duinwaterleiding zouden niet lang op zich laten wachten.[2]
     Samen met de Duinwaterleiding en de Vechtwaterleiding, welke laatste in 1930 vervangen werd door water uit de Loosdrechtse Plassen aangevuld met het overtollige water van de Bethunepolder, hebben deze drie watersystemen, ieder met hun eigen winning, zuivering en distributie, Amsterdam en omstreken bijna een eeuw (1896-1988) voorzien van drinkwater.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. 2,0 2,1
    Jan Theodoor Maria Bank; Marita Theodora Catharina Mathijsen
    “Nederland in de negentiende eeuw” (2006), Bakker, ISBN 9035129504