duikklok
  • duik·klok
enkelvoud meervoud
naamwoord duikklok duikklokken
verkleinwoord duikklokje duikklokjes

de duikklokv / m

  1. (techniek) een ruimte waarin mensen zonder duikuitrusting onder water kunnen blijven
     Gedurende een dag en een nacht had ze het gevoel gehad dat ze was omringd door de weergalmende stilte van een duikklok.[1]
  1. “De schreeuw van het lam” (1994), Luitingh-Sijthoff  , ISBN 902451990X