duikdag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- duik·dag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van duiken ww en dag zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | duikdag | duikdagen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de duikdag m
- een dag dat men kan duiken
- een periode van een dag dat men duikt
Gangbaarheid
- Het woord duikdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "duikdag" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be