Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • duid·den aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanduiden

duidden (…) aan

  1. meervoud verleden tijd van aanduiden
    • Wij duidden aan. 
    • Jullie duidden aan. 
    • Zij duidden aan. 

Gangbaarheid