Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dub·bel·uur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dubbeluur dubbeluren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het dubbeluuro

  1. een les die de lengte heeft van twee normale lesuren
     Het weer was mooi en we mochten vaak voetballen, vrijwel elke keer als we een dubbeluur met gym hadden, op het nog steeds sappige donkergroene gras in het Vasaparken.[1]
     Volgens Van Hoorn biedt het bij het Amstelveen College gehanteerde 40-minutenrooster de noodzakelijke ruimte om bij uitval te improviseren. Bij de meeste scholen heeft een lesuur vijftig minuten. „Veel lessen worden gegeven in een dubbeluur van tachtig minuten”, legt Van Hoorn uit.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767
  2.   Weblink bron “Amstelveens roostersysteem werkt lesuitval weg” (6 februari 2003), Reformatorisch Dagblad