Nederlands

 
dubbeltwee
Uitspraak
Woordafbreking
  • dub·bel·twee
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dubbeltwee dubbeltweeën
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dubbeltweev / m

  1. (sport) roeiwedstrijd waarbij twee roeiers ieder met twee roeiriemen roeien per boot
     Hij zat vorig jaar nog in de Holland Acht, die zilver won bij de EK en de WK. Omdat Stefan Broenink en Melvin Twellaar herenigd werden in de dubbeltwee, mocht hij in de skiff naar de EK.[2]
     Donderdag plaatsten Ymkje Clevering en Veronique Meester zich in de twee-zonder-stuurvrouw al voor de finale op het Meer van Bled (zondag om 11.49 uur), net als Roos de Jong en Laila Youssifou in de dubbeltwee (zondag om 12.37 uur).[3]
  2. roeiboot waarin twee roeiers roeien die ieder twee roeiriemen hebben

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Roeier Van Lierop stunt met EK-goud, Florijn toont haar klasse bij de vrouwen” (Zondag 28 mei 2023, 13:50), NOS
  3.   Weblink bron “Vier-zonder-stuurman en vier-zonder-stuurvrouw naar finales bij EK roeien” (Vrijdag 26 mei, 11:56), NOS