druipend
- drui·pend
stellend | |
---|---|
onverbogen | druipend |
verbogen | druipende |
partitief | druipends |
druipend
- dat ergens vloeistof vanaf druppelt
- In de kerk zag men grote kandelaars met kaarsvet van de druipende kaarsen.
- ▸ March zocht naar de Orpoagenten en zag hen schuilen bij het meer onder een druipende berk.[1]
- ▸ Wat een deceptie toen ik druipend de oever opklom en ontdekte dat er zich een familiecamping naast het meer bevond: dit was niet de wildernis die ik had verwacht.[2]
vervoeging van: | druipen |
verbogen vorm: | druipende |
druipend
- Het woord druipend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “Vaderland” (2012), Cargo, ISBN 9789023472483
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers