droomloos
- droom·loos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | droomloos | droomlozer | droomloost |
verbogen | droomloze | droomlozere | droomlooste |
partitief | droomloos | droomlozers | - |
droomloos
- zonder dromen
- De oude man had na het gebruik van slaapmiddelen een droomloze slaap.
- Het woord droomloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.