• droog·sham·poo
enkelvoud meervoud
naamwoord droogshampoo droogshampoos
verkleinwoord

de droogshampoom

  1. middel dat overtollig talg absorbeert bij de haaraanzet
     Alleen de zoete geur van droogshampoo bleef achter.[1]
     ,,Een zak krentenbollen blijft lang goed haha. Maar we haalden ontbijt bij de plaatselijke bakker en boodschappen in de supermarkt. We hebben geen water, dus de zee was de douche. Voor mijn haar nam ik droogshampoo mee. Naar het toilet deden we bij de strandtent en anders met de klep open tussen de bosjes. Het is een beetje behelpen.”[2]
  1. “Noorderlicht” (2021), de Crime Compagnie, ISBN 9789461094766
  2.   Weblink bron
    Lotte Kuipers
    “Marlou (28) en haar vriend slapen op vakantie in hun bestelbusje: ‘Beetje behelpen’” (21-05-2021), Tubantia