Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • droog·ge·val·len
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen drooggevallen
verbogen drooggevallen

Bijvoeglijk naamwoord

drooggevallen

  1. niet langer door water bedekt
    • Hij liep rond op de drooggevallen zandbank. 

Werkwoord

vervoeging van: droogvallen…
verbogen vorm: drooggevallene

drooggevallen

  1. voltooid deelwoord van droogvallen

Gangbaarheid