Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drink·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord drinktijd drinktijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de drinktijdm

  1. tijdstip dat men drinkt
     Overal kwamen dieren uit het bos tevoorschijn terwijl ik in de schemering afdaalde naar de groene vallei waar een rivier doorheen liep. Het was kennelijk drinktijd voor ze.[1]
  2. periode dat men drinkt
     De opkomst van de nieuwe Stadsprins op de elfde van de elfde is niet om elf over elf, maar om elf over tien. Het heeft te maken met de 'zuivere drinktijd' die overblijft na de verplichte proclamaties na de opkomst in residentie De Jaargetijden, zo legt Prins Hans uit.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Weblink bron “Prins Hans zwaait scepter over Krekkelstad” (12-11-2017), Tubantia