Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drink·pi·ra·te·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord drinkpiraterij
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de drinkpiraterijv

  1. drank gebruiken in een een horecagelegenheid en daarna weggaan zonder te betalen
     Het meisje was ontroostbaar. Een tante ontfermde zich op verzoek van de politie over haar nichtje. De politie heeft bureau jeugdzorg ingeschakeld en heeft de 31-jarige man aangeklaagd wegens drinkpiraterij, drinken zonder te betalen.[1]


Verwante begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Dronken Duitser zet dochter in als onderpand” (22 jun. 2014), De Telegraaf