drink uit
- drink uit
vervoeging van |
---|
uitdrinken |
drink (…) uit
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdrinken
- Ik drink uit.
- gebiedende wijs van uitdrinken
- Drink uit!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdrinken
- Drink je uit?
- Het woord drink uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.