uitdrinken
- Geluid: uitdrinken (hulp, bestand)
- uit·drin·ken
- samenstelling van uit bw en drinken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitdrinken |
dronk uit |
uitgedronken |
klasse 3 | volledig |
uitdrinken
- overgankelijk drinken tot iets leeg is
- Hij had zijn glas wijn net uitgedronken toen het hoofdgerecht geserveerd werd.
- Het woord uitdrinken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.