Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drijf·net·vis·ser
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord drijfnetvisser drijfnetvissers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de drijfnetvisserm

  1. (visserij) (beroep) iemand die vis vangt met een raster van touw dat als een gordijn aan drijvers in het water hangt
     Negen jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog wordt op San Piedro, een eiland in de Noord-Amerikaanse zeearm Puget Sound, het dode lichaam van drijfnetvisser Carl Heine gevonden in de netten van Kabuo Miyamoto. Die wordt als verdachte aangehouden.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Bob van Laerhoven
    Vertaald proza : De bedrieglijke eenvoud van het eiland in: Leesidee., jrg. 2 nr. 3 (maart 1996), VLABIN, Antwerpen, p. 186