driedelig
- drie·de·lig
stellend | |
---|---|
onverbogen | driedelig |
verbogen | driedelige |
partitief | driedeligs |
driedelig [1]
- bestaande uit drie onderdelen
- Een trilogie is een driedelige roman.
- een driedelig pak: een pak bestaande uit pantalon, vest en jasje het is een teken van netheid en rijkdom
- Mijn vader droeg altijd een driedelig pak
- Dit is een verhaal over succes. Tenminste, als succes een keuze is. Op het omslag van dat boek stond een lachende man in driedelig pak afgebeeld. Met zijn blote voeten stond hij op een brandstapel. [2]
- Het woord driedelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "driedelig" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Sandes, DavidDe wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 7
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be