dreng
Deens
Uitspraak
Woordafbreking
- dreng
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord [[drengr<non]]
Naar frequentie | 329 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | dreng | drengen | drenge | drengene |
genitief | drengs | drengens | drenges | drengenes |
Zelfstandig naamwoord
dreng, g
- jongen
- «En 14-årig dreng filmede en 25-årig kvinde.»
- Een 14-jarige jongen filmde een 25-jarige vrouw.
- «En 14-årig dreng filmede en 25-årig kvinde.»
Verwijzingen
- dreng in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk
IJslands
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
dreng
dreng
- accusatief onbepaald mannelijk enkelvoud van drengur