dragracer
  • drag·ra·cer
enkelvoud meervoud
naamwoord dragracer dragracers
verkleinwoord

de dragracerm

  1. (sport) motor of auto die speciaal geschikt is gemaakt voor korte sprintjes
     Stuntman verhoord over ongeluk met dragracer: Stuntman Mario Doornink die in Haaksbergen met een monstertruck het publiek inreed, wordt donderdag onder ede verhoord over zijn vermeende betrokkenheid bij een ander race-ongeluk in 2010.[1]
  2. (sport) coureur die meedoet aan een dragrace
     De Amerikaanse dragracer Mike Austin is het afgelopen weekeinde aan de dood ontsnapt nadat zijn wagen het luchtruim koos. Al tijdens de vlucht viel de dragster goeddeels uit elkaar. Een keiharde landing tegen een muurtje deed de rest.[2]
     Deze dragracer krijgt de schrik van zijn leven wanneer zijn 'funny car' iets anders doet dan de bestuurder wil. De redding is óf meesterlijk, óf heel erg gelukkig te noemen.[3]
  1.   Weblink bron “Stuntman verhoord over ongeluk met dragracer” (05-03-2015), Reformatorisch Dagblad
  2.   Weblink bron “Dragracer overleeft krankzinnige crash” (15-02-2012), Tubantia
  3.   Weblink bron
    JOE VAN BURIK
    “Angstaanjagend goede redding van dragracer” (02 nov. 2016), De Telegraaf