dorpspolitiek
- dorps·po·li·tiek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dorpspolitiek | |
verkleinwoord |
de dorpspolitiek v
- (politiek) het machtsspel zoals dat gespeeld wordt in een kleine gemeenschap
- ▸ Terwijl aan de ramen het niemandsland voorbijtrok en Linda over dorpspolitiek praatte, dacht Frederik aan de glas-en-stenenwereld van Berlijn.[1]
- ▸ Fennema bleef lid van de CPN tot deze partij werd opgeheven en sloot zich daarna aan bij GroenLinks, waarvoor hij in de gemeenteraad van zijn woonplaats Bloemendaal zat. Daar raakte hij bevriend met Martijn Bolkestein, neef van voormalig VVD-leider Frits Bolkestein, met wie hij een coalitie vormde en later het boek Dorpspolitiek schreef.[2]
- Het woord dorpspolitiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026334672
- ↑ Weblink bron Dik Verkuil“Dwarsdenker en politicoloog Meindert Fennema (77) overleden” (dinsdag 13 juni 2023, 22:49), NOS