dopinggebruik

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  dopinggebruik    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• do·ping·ge·bruik

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  doping zn  en  gebruik zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	dopinggebruik
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het dopinggebruik o

1. het misbruik van verboden stimulerende middelen in de sport

   ▸ Behalve voor het gebruik van doping werd hij ook veroordeeld omdat hij andere sporters geholpen zou hebben bij dopinggebruik. Dat laatste achtte de rechter slechts gedeeltelijk bewezen.

   ▸ Joeri Ganoes werd drie jaar geleden aangesteld om leiding te geven aan Rusada. Hij stond internationaal te boek als iemand die dopinggebruik in Rusland serieus probeerde te bestrijden en onomwonden toegaf dat Rusland een dopingcultuur kende. Tal van internationale dopingexperts noemden Ganoes een dapper man, zeker in de wetenschap hoe het zijn voorgangers was vergaan.

Afgeleide begrippen

• dopinggebruiker

Gangbaarheid

• Het woord dopinggebruik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.