• door·be·nen

doorbenen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doorbenen
beende door
doorgebeend
zwak -d volledig
  1. met een stevige vaart doorgaan met lopen of stappen
     De preutsere Amerikanen, die in tegengestelde richting de John Muir Trail (een 350 kilometer lange trail door Ansel Adams Wilderness en de nationale parken van Yosemite, Sequoia en King’s Canyon) liepen, bleven stug naar de grond kijken terwijl ze in volle vaart doorbeenden.[2]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers