dondert af
- Geluid: dondert af (hulp, bestand)
- don·dert af
vervoeging van |
---|
afdonderen |
dondert (...) af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdonderen
- Jij dondert af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdonderen
- Hij dondert af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afdonderen
- Dondert af!
- Het woord dondert af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.