dommelde weg
- dom·mel·de weg
vervoeging van |
---|
wegdommelen |
dommelde weg
- enkelvoud verleden tijd van wegdommelen
- Ik dommelde weg.
- Jij dommelde weg.
- Hij, zij, het dommelde weg.
- Ik dommelde weg.
- Het woord dommelde weg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.