dolkop
- dol·kop
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dolkop | dolkoppen |
verkleinwoord | dolkopje | dolkopjes |
de dolkop m
- wild, woest, roekeloos persoon; zorgeloos persoon
- Het woord 'dolkop' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dolkop" herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
47 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ dolkop op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be