doktersvisachtigen


Nederlands

 
Acanthurus achilles  
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • dok·ters·vis·ach·ti·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doktersvisachtigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de doktersvisachtigenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord doktersvisachtige
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een onderorde Acanthuroidei   van de orde baarsachtigen (Perciformes  ). Deze baarsachtigen vormen de grootste vissenorde waarvan de doktersvissen of chirurgvissen deel uitmaken met ongeveer 100 soorten. Men noemt deze zo vanwege de stekel aan de staartwortel die wanneer men de vis beetpakt, diepe snijwonden kan veroorzaken
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)


Gangbaarheid

Meer informatie