doktersvisachtigen
- (IPA in voorbereiding)
- dok·ters·vis·ach·ti·gen
- doktersvisachtig bn met de uitgang -en
- doktersvisachtige zn met de uitgang -n
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | doktersvisachtigen | |
verkleinwoord |
de doktersvisachtigen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord doktersvisachtige
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een onderorde Acanthuroidei van de orde baarsachtigen (Perciformes ). Deze baarsachtigen vormen de grootste vissenorde waarvan de doktersvissen of chirurgvissen deel uitmaken met ongeveer 100 soorten. Men noemt deze zo vanwege de stekel aan de staartwortel die wanneer men de vis beetpakt, diepe snijwonden kan veroorzaken
- [2] baarsachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
- Het woord 'doktersvisachtigen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.