dokterskamer
  • dok·ters·ka·mer
enkelvoud meervoud
naamwoord dokterskamer dokterskamers
verkleinwoord

de dokterskamerv / m

  1. ruimte waarin een arts patiënten ontvangt
     "Allemaal overbodig, omdat de meeste abortussen simpelweg per pil gebeuren. En eventuele operationele ingrepen worden al decennialang volkomen veilig in een dokterskamer gedaan. Die strenge regels zijn dus niet gebaseerd op wetenschap, maar zijn pure ideologie."[1]
     Zo zien we bijvoorbeeld bij telecardiologie, waar de patiënt en de verpleegkundige beeldbellen, dat mensen zich juist meer gezien voelen en zich daardoor openhartiger opstellen. Ze praten met de verpleegkundige over seksuologische problemen, over wanneer weer mogen autorijden, dingen die in de dokterskamer vaak niet aan bod komen.[2]
  1.   Weblink bron “Gaat de klok terug voor abortus in VS?” (25-06-2016), NOS
  2.   Weblink bron
    Rebecca van Dam
    “Zorgen over 'wildgroei' van gezondheidsapps: 'Er is veel zooi op de markt'” (23-06-2019), NOS