doend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  doend    (hulp, bestand)
• IPA: /dunt/

Woordafbreking

• doend

Werkwoord

vervoeging van:	doen
verbogen vorm:	doende

doend

1. onvoltooid deelwoord van doen

Hyponiemen

• afdoend, deugddoend, dienstdoend, drukdoend, voldoend, wachtdoend, wonderdoend

Gangbaarheid

• Het woord doend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.