docentendeel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  docentendeel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• do·cen·ten·deel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  docent  en  deel  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	docentendeel	docentendelen
verkleinwoord	docentendeeltje	docentendeeltjes

Zelfstandig naamwoord

het docentendeel o

1. (onderwijs) een boek of schrift dat bij een onderwijsmethode hoort en de docentenhandleiding bevat

   • In het docentendeel staan suggesties en voorbeelden hoe een les gegeven kan worden door de docent. 

Gangbaarheid

• Het woord 'docentendeel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.