• dis·tinc·tie·drift
enkelvoud meervoud
naamwoord distinctiedrift distinctiedriften
verkleinwoord - -

de distinctiedriftv / m

  1. inspanning om zich van anderen te onderscheiden
    • Nzume is right for the wrong reasons, met andere woorden, want natuurlijk is racisme een groot kwaad, en natuurlijk moet dat kwaad onophoudelijk bestreden worden, maar niet met zulke kolderieke kletspraat. Het moet distinctiedrift zijn, een pervers verlangen naar slachtofferschap. [2]
    • Voor de collectiviteit die het individu vervangt, geldt ook wat voor het individu geldt nl. de levensdrift leidt tot de distinctiedrift. De collectiviteiten willen en moeten zich onderscheiden wat tot uiting komt o.a. in verschillende vormen nationalisme. [3]
    • Levensdrift is distinctiedrift. Wie geen distinctie heeft, zich niet onderscheidt, verdwijnt in de massa. [4]