disconto
- dis·con·to
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘korting op wissel wegens vervroegde betaling’ voor het eerst aangetroffen in 1620 [1]
- uit het Italiaans [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | disconto | disconto's |
verkleinwoord |
- (economie) korting op een wissel als deze vóór de vervaldag wordt gekocht
- (economie) tarief dat de centrale banken in rekening brengen voor leningen aan commerciële banken
- Het disconto, het tarief dat de centrale banken in rekening brengen voor leningen aan commerciële banken, staat op 4,5 procent. De "federal funds rate", de rente die commerciële banken elkaar vragen voor eendaagse leningen, bedraagt 4,75 procent.[4]
2. (economie) tarief dat de centrale banken in rekening brengen voor leningen aan commerciële banken
- Het woord disconto staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "disconto" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "disconto" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ disconto op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC 31 maart 1999
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be