dirigentencursus
- di·ri·gen·ten·cur·sus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dirigentencursus | dirigentencursussen |
verkleinwoord |
de dirigentencursus m
- (onderwijs) (muziek) opleiding tot dirigent
- ▸ Daar was hij een goede, maar geen uitzonderlijke vioolstudent. Zijn ambitie was echter dirigent te worden. Hij werd in 1954 toegelaten tot de dirigentencursus van de Nederlandse Radio Unie, en mocht datzelfde jaar voor de radio een paar stukken van Wagner dirigeren. Haitink was bloednerveus en kwam struikelend op. "Ik keek als een konijn in het licht en weet nog dat ik dacht: ogen dicht", herinnerde hij zich later. Zijn docent zag echter dat Haitink het orkest vanaf het eerste moment in zijn greep had.[1]
- Het woord dirigentencursus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Dik Verkuil” (Vrijdag 22 oktober 2021, 01:53), NOS